Op 1 september 1568 veroordeelde de hertog van Alva de Utrechtse Engelken Tols met dertien andere Utrechtse burgers tot verbanning en confiscatie van hun goederen. Zij hadden namelijk de ‘nieuwe predikatien’ bijgewoond; ze waren naar een protestantse mis geweest. Alva was naar de Nederlanden gestuurd om het protestantisme te bestrijden. Het protestantisme zou namelijk niet de goede geloofsovertuiging zijn en was dus ketterij; het aanhangen van het geloof dat afwijkt van de toegestane geloofsleer. Mensen als Engelken Tols waren dus een ketter.
De penning is gemaakt door de Utrechtse penningmaker Steven van Herwijck in 1558. Engelken was toen 28 jaar oud.