Catharina Claesdochter van Voorn (ca. 1530-1607), ook wel Berger, was de dochter van Willem Claesz van Voorn en Geertruyt. Zij trouwde met Jan Jacobsz van Leemput. Zij kregen minstens drie kinderen, Digna, Adam en Catharina.
In 1558 nam Jan Jacobsz van Leemput een brouwerij over van zijn zwager, Willem Willemsz Berger. De brouwerij was gevestigd in een gehuurd huis. In 1566 kocht hij een huis met kelder en werf langs de Oudegracht en enkele jaren later nog twee panden in de Watersteeg die aan dit huis grensden. Jan van Leemput werkte zich zo op tot een welvarend zakenman en een gewaardeerd burger. Dat komt ook tot uiting in zijn maatschappelijke positie. In 1573 wordt hij benoemd tot hopman over een van de nieuwe burgervendels en in 1575 wordt hij kerkmeester van de Jacobikerk. Als burgerhopman was Jan van Leemput ook betrokken bij de belegering van de Vredenburg in de winter van 1576-1577. In november 1577 werd hij lid van het stadsbestuur en dat bleef hij tot zijn dood in 1590.
Op 22 juli 1590 schreef Aernt van Buchel in zijn dagboek: ‘ Op 22 juli overleed Johannes Jacobus Leemput, bierbrouwer, die veel voor het landsbelang deed uit naam van de burgers, en wiens echtgenote, een vrouw met mannelijke moed, als eerste de hand sloeg aan de afbraak van kasteel Vredenburg.’ Dit is de eerste vermelding van de rol van Trijn van Leemput bij de sloop van de Vredenburg.
Trijn overleed in januari 1607. Zij werd begraven in de Domkerk.
In 1643 publiceerde Johan van Beverwijck, een arts uit Dordrecht, het boek ‘Van de uutnementheyt des vrouwelicken geslachts’. In het derde deel van dit boek, ‘Van de dueghden der vrouwen’, komt Trijn van Leemput aan de orde. Toen zij van haar man hoorde dat het stadsbestuur verder wilde overleggen over wat er met de Vredenburg moest gebeuren, zou zij hebben gezegd: ‘Weet ghij mans daer geen mouwen aen te setten, laetter mij mede begaen, ick sal ‘t wel haest aen een kant helpen’. Van Beverwijck noteerde ook het verhaal dat Trijn een ingekwartierde Spaanse soldaat die zich misdroeg van de trap in haar huis gooide. Het verhaal van Van Beverwijck is bekend gebleven en onder andere gebruikt in ‘De Val van de Vredeborch’ door Thea Beckman