Deze streng kijkende meneer is Bernardus Reiger (1845-1908). Hij was burgemeester van Utrecht van 1891 tot 1908, het jaar van zijn overlijden. Ook is er naar hem een straat vernoemd: de Burgemeester Reigerstraat. Hij was lid van de liberale partij. Die partij vond dat de overheid zich zo min mogelijk moest bemoeien met de gewone burger. De liberalen kwamen in de praktijk daarom vaak op voor de belangen van ondernemers en fabriekseigenaren, die het immers wel prima vonden dat zij zich aan weinig regels hoefden te houden. Hierom stonden zij vaak lijnrecht tegenover de socialisten, die opkwamen voor de rechten van de arbeiders en daarom juist meer regels en wetten wilden. Zo eisten de socialisten een beter loon en minder lange werkdagen voor fabrieksarbeiders. Maar Bernardus behoorde tot de vernieuwende tak van de liberalen die vond dat de overheid echt moest zorgen voor de gewone Utrechter. Tenminste, zolang hiermee de handel en het bedrijfsleven niet werd vergeten.
Zo werden in zijn tijd als burgemeester een gas-en elektriciteitscentrale gebouwd waar alle Utrechters profijt van hadden. Dankzij gas en elektriciteit werden hun huizen prettiger, schoner en veiliger. Utrechters konden gas gaan gebruiken om het huis te verwarmen en om mee te koken, en er kwamen gloeilampen om het huis mee te verlichten. Ook kon er dankzij de bouw van het elektriciteitsnetbegonnen worden aan de aanleg van een tramnetwerk, zodat voortaan alle Utrechters zich met de (elektrische) tram konden verplaatsen. (Op gegeven moment reed er ook een tram onder de Domtoren door). In dezelfde tijd probeerde Bernardus iets te doen aan het treinprobleem in de stad. Er lag namelijk een ring aan spoorwegen van maar liefst vier verschillende treinmaatschappijen rond Utrecht, dat de groei van de stad ernstig tegenhield.
Bernardus richtte ook een pensioenfonds op voor wezen en weduwen van gemeentepersoneel. Hierdoor kregen vrouwen en kinderen van gemeenteambtenaren een uitkering wanneer hun man of vader ernstig ziek was geworden of kwam te overlijden. Ook kwam er betere zorg in Utrecht. Er werden extra klinieken gebouwd als aanvulling op het bestaande gemeenteziekenhuis en de zorg voor armen en psychische patiënten werd vernieuwd. Voor dit alles en meer bedankte Utrecht hem door een standbeeld en een straat aan hem te wijden, de Burgemeester Reigerstraat.
C.B. Wels, "Bernardus Reiger (1845-1908)", Biografisch Woordenboek van Nederland 1 (Den Haag 1979).