De schilder Abraham Corneliszoon Bloemaert werd in 1564 of 1566 geboren in Gorinchem. Rond 1575 verhuisde het gezin naar Utrecht. Zijn vader Cornelis Bloemaert was beeldhouwer en architect. Abraham erfde de creatieve genen: hij bracht een deel van zijn leertijd door bij schilders in Parijs. Hij vestigde zich uiteindelijk in Utrecht, waar hij in 1617 een huis aan de Mariaplaats kocht.
Bloemaert schilderde veel mythologische en Bijbelse voorstellingen, maar ook landschappen en voorstellingen uit het dagelijkse leven op het platteland. Omdat zijn zoons veel gravures van zijn schilderijen maakten, bleef zijn werk lang bekend. Zijn eerste werken zijn geschilderd in een maniëristische stijl, geïnspireerd door de Italiaanse realistische kunst uit de Renaissance. Daarna volgde een classicistische periode, die geordender was dan het maniërisme. Toen zijn eerste leerlingen terugkwamen uit Italië, maakte hij via hen kennis met het clair-obscur van Caravaggio, dat een groot verschil maakt tussen licht en donker. In de laatste fase keerde hij weer terug naar een meer classicistische stijl. Een van zijn schilderwerken, 'De Fluitspeler' kan je zien op de tweede foto, gemaakt door D.C. Goosen. Dat schilderwerk staat nu op de zijkant van een flat aan de Dorbeendreef in Utrecht.
Bloemaert had een grote vriendenkring, waaronder de oudheidkenner Aernout van Buchel. Samen met Paulus Moreelse richtte Bloemaert in Utrecht een tekenacademie op. Hij was ook één van de oprichters van het Utrechtse schildersgilde. Tot zijn leerlingen behoren bekende schilders als Jan van Bijlert, Herman Saftleven en Hendrick ter Brugghen.