Utrecht
Bron

Bakker Augustijn Vos woonde met zijn vrouw Trijntje Riddersbach en hun kinderen aan de Nieuwegracht op de hoek van de Schalkwijkstraat. 

Hun buurman was Gijsbertus Renner, een rijke heer die lid was van het kapittel van de Dom in Utrecht. 

De familie Vos was niet erg rijk. In 1661 hoorden zij toevallig van een voorbijganger dat Gijsbertus Renner van plan was om land te kopen van de schout. Er moest dus op dat moment veel geld in huis zijn. Het was de reden voor oudste zoon Pieter om een plan te beramen voor een roofmoord. Zijn idee was, om naar het huis te gaan op een moment dat Renner niet thuis was en het dienstmeisje te vermoorden zodat ze ongezien het geld mee konden nemen. 

Augustijn aarzelde, uit angst voor ontdekking, maar op een zondagmorgen werden de plannen toch uitgevoerd. De bakkersknecht was met de jongste kinderen Vos naar de kerk. Buurman Renner en zijn knecht waren naar de kerk. Vader Vos en zoon Pieter klopten aan bij het buurhuis en zeiden tegen het dienstmeisje dat ze hen het geld moet wijzen. Het meisje, met de wat ongewone naam Orseltje, probeerde te vluchten, maar werd tegengehouden en gewurgd met een touw. De moordenaars verborgen het lijk onder de turf in de kelder. Ze gingen naar het kantoor van Renner om het geld te pakken. 

De bakkersvrouw stond ondertussen op de uitkijk in hun eigen huis en toen zij de knecht van Renner zag aankomen, klopte ze met de bezemsteel op de muur om man en zoonlief te waarschuwen. De twee moordenaars renden aan de achterzijde het huis uit en klommen over de tuinmuur.

Juist die vlucht werd gezien, door een buurvrouw en ook door een herbergier, die buiten stond omdat hij tijdens de kerkdienst geen klanten mocht bedienen. De familie Vos liet de herbergier zweren dat hij niets zou zeggen. Het was een eed die hij niet wilde breken, maar uiteindelijk vond de herbergier toch een uitweg. Hij schreef alles op en leverde dat in bij de rechtbank. Zo kwam het toch uit. 

Augustijn, Trijntje en Pieter werden gevangengenomen en op de pijnbank gelegd. Augustijn en Trijntje bekenden eerst niets, maar Pieter wel. Toen gingen ook Augustijn en zijn vrouw praten.

Het gezin eindigde op het schavot. Vader en zoon werden geradbraakt, Trijntje werd gewurgd.

 

Beschrijving bron

Portretten van Trijntje Ridersbach, bakker Augustin de Vos en zijn zoon Pieter de Vos, die op 14 augustus 1661 de dienstmeid van de Domheer De Reuver vermoordden, met daaronder afbeeldingen van de moord en de executie van de schuldigen. Met onder de prent

 

 

 

Beschikbare tools

Overzicht van bron(nen) op de kaart

Alle bronnen