Burgemeester Hendrick Moreelse presenteerde op 23 januari 1664 in de vroedschap, het stadsbestuur, een plan voor uitbreiding van de stad. Kaartmaker H. Ruysch tekende de bijbehorende plattegrond. Utrecht zou vooral naar het westen uitbreiden met een koopmanswijk waar de schepen voor de pakhuizen konden aanleggen. Drie van de vier voorsteden zouden in deze uitbreidingen worden opgenomen. Rond de stad waren nieuwe vestingwerken gepland.
Enkele jaren later presenteerde Everard Meyster een nog groter uitbreidingsplan met zelfs een kanaal naar de Zuiderzee zodat Utrecht een zeehaven zou krijgen.
Al snel begon de uitvoering van het plan, met het graven van de grachten aan de westzijde. Maar toen kwam het rampjaar, 1672. De Fransen eisten een grote som geld als brandschatting en het stadsbestuur kon niet anders dan de burgers laten meebetalen. Daarop volgde de tornado van 1674 met alle bijbehorende schade. Dat betekende het einde van de bouwplannen: er was geen geld meer.
De schaal van deze kaart is 1:5.500. Het noorden is linksboven.
