Utrecht
Bron

Wie vanaf de Lek naar de Zuiderzee wilde varen, ging over de Vaartse Rijn naar Utrecht en dan via de Vecht. De Vecht is een rivier met veel bochten en veel bruggen; bij deze bruggen moest ook bruggeld worden betaald, een vorm van belasting die je moet betalen om langs een bepaalde brug te varen. De Vecht komt uiteindelijk bij Muiden uit in de Zuiderzee. Graaf Floris V had ooit bepaald dat daar tolgeld betaald moest worden om daar te mogen varen. Daarnaast lag er in de zeventiende eeuw voor Muiden ook nog eens een zandbank, waardoor het bevaren van deze route niet alleen heel duur was, maar ook nog eens lastig.

In de zeventiende eeuw werd er veel nagedacht over wetenschap. Daarbij hoorde ook verbeteringen voor dagelijkse bezigheden, zoals de route van Utrecht naar de zee. Op 31 augustus 1640 werd in de vergadering van de Utrechtse vroedschap een plan besproken voor de aanleg van een kanaal tussen Utrecht en de Eem. Het laatste stuk naar de Zuiderzee ging dan over de Eem, waardoor schippers minder geld moesten betalen en niet meer over de zandbank hoefden. Twee maanden later stond het plan op de agenda in de Statenvergadering. Er kwam zelfs een commissie die zich met de zaak bezig ging houden en landmeter Paulus Ruysch maakte twee ontwerpen voor een tracé. Een van deze ontwerpen zie je op de kaart staan.

De route zou vanaf de Lek, rechtsboven, via de Nieuwe Vaart en de Vaartse Rijn naar Utrecht richting Groenekan gaan - via Groenekan zou het Eemkanaal afbuigen richting Baarn en Eem. Het plan is echter nooit uitgevoerd; we weten ook niet waarom. Nederland verkeerde op dat moment in oorlog met Frankrijk en Engeland, waar uiteraard veel geld naartoe ging. Ook had Utrecht destijds helemaal geen eigen haven, waardoor het plan misschien ook werd uitgesteld. Helemaal zeker zullen we het in ieder geval nooit weten!

Alle bronnen