In de middeleeuwen was de infrastructuur van Utrecht bepaald door ligging van de kapittels en de kloosters. Burgers waren niet welkom in de immuniteiten rond de kapittelkerken en op kloosterterreinen en moesten dus omlopen. De reformatie maakte het mogelijk om die oude indeling te doorbreken. Met de sloop van de Sint Salvator in 1587 was er ten zuiden van de Dom een open ruimte ontstaan. Via het Pauluspad was het mogelijk om over het terrein van de de Paulusabdij naar de Nieuwstraat te lopen.
In 1619 werd over dit terrein de Korte Nieuwstraat aangelegd. De Pauluspoort, die ooit toegang gaf tot het kloosterterrein, werd in de negentiende eeuw gesloopt.