Magdalena van de Passe werd rond 1600 geboren in Keulen. Haar ouders, Crispijn van de Passe en Magdalena de Bock, waren uit Zeeland gevlucht naar Keulen, omdat zij doopsgezind waren. Haar vader was graveur en prentuitgever; hij leerde het vak ook aan zijn dochter Magdalena. In 1611 verhuisde het gezin naar Utrecht.
Op 26 maart 1630 kreeg Magdalena een octrooi, het exclusieve recht, van de Staten-Generaal voor het versieren van slaapmutsen, door er met koperplaat een voorstelling op af te drukken. Ze kreeg het alleenrecht om voor drie jaar afdrukken op linnen en andere stoffen te maken.Magdalena maakte veel kopergravures van landschappen en mythologische en Bijbelse voorstellingen. Andere prenten zijn gebaseerd op werk van Utrechtse kunstenaars zoals Adam Willaerts en Roelant Savery. Ze gaf les in kopergraveren en tekenen aan Anna Maria van Schurman, die net als zij afkomstig was uit Keulen.
Op 3 mei 1634 trouwde Magdalena met Frederick van Bevervoorde uit Amsterdam. Het echtpaar ging aan de Mariaplaats in Utrecht wonen.