Utrecht
Bron

Anna Maria van Schurman (Keulen, 1607 – Wieuwerd, 1678) verhuisde in 1613 naar Utrecht. Anna Maria kon al lezen toen zij 3 jaar oud was. Vanaf haar elfde kreeg zij, net als haar broers, van haar vader les in Latijn en later ook Grieks. Vanaf 1623 woonde het gezin Van Schurman enige jaren in Franeker, waar in die tijd een universiteit was. Na het overlijden van Frederik van Schurman keerden zij in 1626 terug naar Utrecht.

Anna Maria leerde bij Magdalena van de Passe de techniek van het graveren. Zij beheerste al jong de papierknipkunst en schilderde pastelportretten. In 1643 werd zij erelid van het Sint Lucasgilde, het gilde van de schilders. Anna Maria spande zich in voor onderwijs aan vrouwen en schreef een verhandeling over het recht van vrouwen om een wetenschappelijke opleiding te volgen. Bij de opening van de Universiteit van Utrecht in 1636 werd zij als beste latiniste van Utrecht uitgenodigd om een gedicht te schrijven. Zij kreeg toestemming om ook colleges te volgen, maar van achter een gordijn zodat de mannelijke studenten haar niet konden zien. In zekere zin was zij daarmee de eerste vrouwelijke studente, maar zij mocht geen examens afleggen.

Anna Maria correspondeerde met Jacob Cats, Constantijn Huygens, Anna Roemers Visscher, Elisabeth van de Palts, René Descartes en Christina van Zweden. Zij beheerste Frans, Duits, Engels, Latijn, Grieks, Hebreeuws, Chaldeeuws, Aramees, Ethiopisch, Arabisch en Syrisch.

In 1669 sloot Anna Maria zich aan bij de sekte van de Labadisten, een groep die streefde naar een zuivere kerk en leefde in gemeenschap van goederen, zoals in het vroege Christendom. Tot deze groep behoorde ook de kunstenares Maria Sibylla Merian. Vanaf 1675 verbleef deze groep in Wieuwerd, waar Anna Maria van Schurman overleed.

Trefwoorden

Vrouwen

Beschikbare tools

Overzicht van bron(nen) op de kaart

Alle bronnen