Anna Maria van Schurman werd geboren in Keulen in 1607 en verhuisde in 1613 naar Utrecht. Anna Maria kon al lezen toen zij 3 jaar oud was. Vanaf haar elfde kreeg zij, net als haar broers, van haar vader les in Latijn en Grieks.
Anna Maria kon veel: naast vloeiend Frans, Duits, Engels, Latijn, Grieks, Hebreeuws, Chaldeeuws, Aramees, Ethiopisch, Arabisch en Syrisch, beheerste ze al jong de papierknipkunst en schilderde ze pastelportretten. Daar was ze zelfs zo goed in, dat ze in 1643 erelid werd van het Sint-Lucasgilde, een van de oudste schildersgildes.
Maar ze was niet alleen creatief en taalvaardig. Anna Maria spande zich in voor het onderwijs voor vrouwen - zij vond dat vrouwen ook het recht hadden om een wetenschappelijke opleiding te volgen en schreef hier een tekst over. Bij de opening van de Universiteit van Utrecht in 1636 werd zij zelfs als beste latiniste van Utrecht uitgenodigd om een gedicht te schrijven. Ze kreeg ook toestemming om ook colleges te volgen, maar dit moest ze doen vanachter een gordijn. Zo zouden de mannelijke studenten haar niet zien. In zekere zin was zij daarmee de eerste vrouwelijke studente, maar zij mocht geen examens afleggen en kon daardoor niet officieel een universitaire graad halen.