Johannes Wachtelaer was in 1581 in Utrecht geboren. Hij studeerde in Leuven en kwam als priester weer terug naar Utrecht.
Na de Reformatie waren er nog veel katholieken in Utrecht. Johannes Wachtelaer werd benoemd tot kanunnik in het (katholieke) kapittel van Sint Marie. Hij was één van de eerste pastoors van de Sint Gertrudis statie, de schuilkerk voor de katholieke gelovigen die voorheen tot de parochie van de Geertekerk behoorden. In 1623 kocht hij van het kapittel een huis dat voorheen gebruikt was voor de opleiding van koorzangers. In 1634 kocht hij een ander claustraal huis van het kapittel. Dit huis grensde aan de stadswal en was omringd door tuinen. Dit huis was de oorsprong van de schuilkerk ‘Sint Gertrudis in de hoek’.
In deze tijd was het nog streng verboden om katholieke erediensten te houden. Dat was een reden voor Johannes Wachtelaer om een schuilnaam te gebruiken: J. de Brevoort.
In de jaren 1639-1640 diende bij het Hof van Utrecht een proces tegen Johannes Wachtelaer. Hij werd gedaagd samen met apostolisch vicaris Philippus Rovenius, maar zij verschenen niet. Johannes Wachtelaer werd verbannen. Na zijn verbanning woonde hij eerst in Amersfoort, later in Culemborg. Hier overleed hij in 1653.