Pieter de Clerck wordt al in 1543 genoemd in de archieven van de Grafelijkheidsrekenkamer of de Rekenkamer der Domeinen. De Rekenkamer was belast met het beheer van de goederen van de graven van Holland. Als nazaten van de Bourgondische hertogen waren keizer Karel V en koning Filips II de laatste graven van Holland. Na de opstand vielen deze goederen toe aan de Staten van Holland. De archieven van de Rekenkamer worden bewaard bij het Nationaal Archief.
Pieter de Clerck was belast met het beheer van de goederen in de provincie Utrecht. Hij had een landhuis aan het Zwarte Water. Deze tekening dateert uit 1582 en komt uit een handschrift van Aernout van Buchel, ‘Commentarius rerum quotidianarum’.