Utrecht
Bron

In 1540 deed keizer Karel V zijn ‘blijde incomste’ in Utrecht. De stad had zich goed voorbereid met versieringen, triomfbogen en praalwagens. Op 14 augustus werd de keizer bij de Tolsteegpoort ontvangen door het stadsbestuur, de ridderschap en een delegatie van 1500 burgers. Hij kreeg de sleutels van de stadspoorten aangeboden en de roede van justitie. De keizer was vergezeld van zijn zuster, Maria van Hongarije. 

In optocht ging het over de Oudegracht naar de Maartensbrug. De huizen waren versierd met groen en uithangborden waarop de keizer geprezen werd. Op de bruggen langs de Oudegracht stonden beelden van helden uit de klassieke mythologie. Bij de ingang naar de Lijnmarkt stond een triomfpoort. Op de Maartensbrug werd de keizer ontvangen door bisschop George van Egmond en een delegatie kanunniken. Het gezelschap ging naar de Dom om een Te Deum bij te wonen. Via het Oudkerkhof ging de stoet naar de Stadhuisbrug. Voor het stadhuis stonden beelden van de illustere voorgangers van de keizer, keizer Augustus, koning Dagobert, Karel Martel en keizer Hendrik I. Op de Neude stond een welkomstbeeld met een stenen erepoort waaraan schilderwerk van Jan van Scorel was bevestigd. Het onderwerp was de strijd tegen de ketterij: ketterij was immers de grootste pest van de maatschappij.

De keizer logeerde op het Janskerkhof, in het huis van domdeken Johan van de Vorst van Loenbeek. Karel kreeg hier een banket aangeboden en ondertussen vierde de bevolking feest bij het licht van pektonnen. Het bezoek eindigde op 17 augustus met een plechtige processie door de stad.

Herkomst

Gerelateerde thema's

Een eeuw van opstand

Beschikbare tools

Overzicht van bron(nen) op de kaart

Alle bronnen