De zestiende eeuw was een periode waarin er in Utrecht veel veranderde. Het inwonertal van de stad groeide van ca. 20.000 naar ca. 30.000 personen. De bisschop raakte zijn wereldlijke macht kwijt. Karel V werd de nieuwe landsheer. De Vredenburg werd gebouwd en later weer afgebroken. Het Hof van Utrecht werd opgericht, een rechtbank die zaken uit de hele provincie behandelde. De reformatie deed haar intrede, waardoor het aanzien van religieuze leven in Utrecht ingrijpend zou veranderen. In 1579 werd in Utrecht de Unie van Utrecht ondertekend, een belangrijke basis voor de zelfstandigheid van de Republiek.
Wat geeft betekenis?
Utrecht was een stad vol kerken en kloosters. Ook hier deed de reformatie haar intrede. Aanhangers van de Nieuwe Leer, ‘ketters’, werden vervolgd en stierven op de brandstapel. Gematigde kerkhervormers, zoals Hubert Duifhuis, kregen snel een grote aanhang. In 1566 was de eerste Beeldenstorm, waarvan de Buurkerk en de Jacobikerk slachtoffer werden. In 1579 volgde een tweede beeldenstorm. Pas op 7 maart 1580 werd de Dom slachtoffer van de Beeldenstorm. Maar niet alleen kunstwerken in de kerk sneuvelden, ook complete kerken werden afgebroken, zoals de eerbiedwaardige Salvatorkerk of Oudmunster, juist ten zuiden van de Dom. Met hulp van de graaf van Leicester kregen strenge Calvinisten tijdelijk de overhand in het stadsbestuur. Maar toch waren er nog steeds katholieke burgers in Utrecht.
Wie telt er mee?
De zestiende eeuw wordt vaak gezien als een periode van verlichting, van wedergeboorte van de klassieke cultuur na de donkere middeleeuwen. Toch tekenden zich juist in deze tijd scherpe tegenstellingen af. Ten tijde van het Habsburgse rijk werden andersdenkenden actief vervolgd. De zestiende eeuw is de eeuw van de heksenvervolging. De positie van de vrouw in de maatschappij verslechterde, mede omdat vrouwen door de opheffing van de kloosters minder mogelijkheden kregen zichzelf te ontwikkelen en autoriteit uit te oefenen. Misoogsten droegen bij aan de armoede van de onderklasse en kunnen zelfs een rol hebben gespeeld bij de onvrede die aanleiding gaf voor de Beeldenstorm. Aan het einde van de zestiende eeuw, toen Utrecht een protestantse stad was, werden de katholieke inwoners tweederangsburgers die geen openbare functies meer mochten vervullen.
Wie bestuurt er?
Vanouds speelden de gilden een belangrijke rol in het Utrechtse stadsbestuur. Tijdens de middeleeuwen had dit al enkele malen aanleiding gegeven tot spanning. In 1525 ging het opnieuw mis. De bisschop vroeg keizer Karel V om hulp en dit leidde uiteindelijk tot de inlijving van het Sticht bij het Habsburgse rijk. De bisschop moest afstand doen van zijn wereldlijke gezag. De politieke rol van de gilden was uitgespeeld. Karel V liet een dwangburcht bouwen, de Vredenburg. Hij richtte een rechtbank op, het Hof van Utrecht, als vervanging van de bisschoppelijke rechtbank. Hij instrueerde het stadsbestuur om een vergaderlocatie te kiezen op een representatieve plek, de huidige Stadhuisbrug. In het laatste kwart van de zestiende eeuw sloot Utrecht zich aan bij de Opstand.