Utrecht
Bron

Op 2 juni 1122 kregen Utrecht en Muiden stadsrecht van de Duitse keizer Hendrik V. Dit was (en is!) erg bijzonder - het betekent namelijk dat de burgers van Utrecht allerlei privileges krijgen en dat de stad zichzelf mag besturen. Utrecht is nu ook zelf verantwoordelijk voor de rechtspraak van zowel Utrechters als personen van buiten. Ook mag de stad een stadsmuur bouwen en zelf jaarmarkten organiseren. Het stadsrecht is in het Latijn geschreven. Het stadsrecht staat op de eerste afbeelding. Op de tweede afbeelding kan je naar de ingezoomde zegel kijken. Een zegel was een stempel, vaak van was, van een belangrijk persoon om onderaan een document te zetten. Zo zag je dat het document echt was. Van wie zou deze zegel dan zijn?

Ook geeft Hendrik V het tolrecht uit. Deze is ook in het Latijn geschreven. Daar staat in wat mensen moeten betalen om bepaalde goederen de stad in of uit te voeren. Die zie je op de derde afbeelding. In dat document staat hoeveel tol, een soort belasting, je voor goederen moest betalen. De munteenheid waarmee er werd betaald was de denarius. Kooplieden uit Friesland die bijvoorbeeld zout wilden verhandelen in Utrecht, moesten een deel van dit zout afstaan en 1 denarius betalen. Utrechters zelf werden met dit tolrecht vrijgesteld van het betalen van tol n mochten dus gratis goederen in- en uit de stad voeren.

Het stadsrecht vastgelegd

Er is iets aan de hand met dit stuk perkament waarop het stads- en tolrecht van Utrecht staan. Dit was namelijk de eerste keer dat het stadsrecht werd opgeschreven. Eerder had de bisschop van Utrecht, Godebald, de stad Utrecht al stadsprivileges verleend. Hij verleende de Utrechters al het recht op een stadswal en op eigen rechtspraak op sommige gebieden. De bisschop was in deze tijd één van de machtigste mannen in de Nederlanden, waardoor hij Utrecht deze privileges kon verlenen. Uiteindelijk wilde Godebald een dam aanleggen in de buurt van Utrecht, waar keizer Hendrik V het niet mee eens was. Omdat de keizer eigenlijk de baas was in Utrecht, in plaats van de bisschop die alleen kerkelijke macht zou moeten hebben, leidde dit tot ruzie. Uiteindelijk zweren de Utrechters trouw aan de keizer. Als dank geeft de keizer de Utrechters daarom dit stadsrecht terug. Het was heel slim dat Hendrik V deze keizerlijke privileges aan Utrecht gaf. Zo moesten de Utrechters hem wel trouw blijven en had hij een belangrijke stad aan zijn kant staan!

 

Beschikbare tools

Overzicht van bron(nen) op de kaart

Gerelateerde bronnen

Alle bronnen