Op het Vredenburg was er vijfmaal per jaar een paardenmarkt. In de negentiende eeuw was de belangstelling voor deze markt zo hoog en het aanbod zo groot, dat het aantal marktdagen verhoogd werd. Eerst naar zes, toen naar zeven en uiteindelijk rond 1900 naar twaalf marktdagen per jaar. Het hoogtepunt was de jaarlijkse Palm-paardenmarkt, gehouden op de maandag in de week voor Pasen.
Potentiële kopers lieten de paarden eerst een eindje draven in één van de stegen rond het Vredenburg, bijvoorbeeld in de Drieharingsteeg. Voor voetgangers was het in zo'n steeg dan levensgevaarlijk. De boeren en de veehandelaren zorgden wel voor grote omzet in de cafés en winkels rond de markt.