Iedere zaterdag kwamen boeren en schippers met schuiten en wagens vol tarwe, robbe, boekweit, bonen en erwten naar de stad. Op de Neude was de Lage Korenmarkt, waar vooral graan werd verhandeld. Op de Oudegracht tussen de Hamburgerbrug en de Weesbrug was de Hoge Korenmarkt. Hier waren ook erwten, bonen en zaden te koop.
Er waren allerlei bepalingen voor het verkeer. Boerenwagens die kwamen lossen, mochten niet parkeren op de Oudegracht of de bruggen. Ze mochten alleen laden en lossen. Om de paarden uit te spannen en te voederen, moesten de wagens doorrijden naar bijvoorbeeld de Springweg.
Tijdens de korenmarkt stelde het stadsbestuur de prijs voor de diverse soorten brood vast. Dit stond bekend als de ‘broodrijding’ en bleef tot halverwege de negentiende eeuw in gebruik.
In de loop van de negentiende eeuw liep de handel op de graanmarkten terug. Eén reden was, dat boeren en korenhandelaren steeds meer werkten met monsters en dat kon wel zo gemakkelijk in een café. Een andere reden was, dat er steeds meer graan uit het buitenland werd aangevoerd. De verkoop hiervan gebeurde buiten de markt.
