Enkele maanden voordat de Eerste Wereldoorlog officieel zou eindigen met de wapenstilstand van 11 november 1918, verscheen in de kranten nieuws over een hardnekkige griep. Deze ziekte werd de Spaanse Griep genoemd, omdat Spanje er als eerste over berichtte. Aangezien de meeste landen in Europa bezig waren met het uitvechten van een oorlog, was er nog weinig aandacht voor de Spaanse Griep. Dat zou snel veranderen, ook vanwege de dodelijke afloop die deze ziekte vaak had. Met het einde van de oorlog gingen miljoenen soldaten weer terug naar huis, waardoor de Spaanse Griep over de hele wereld werd verspreid.
Op 24 oktober 1918 publiceerde het Utrechtsch Provinciaal- en Stedelijk Dagblad een artikel over de Spaanse Griep. De Gemeentelijke Geneeskundige Dienst (GGD) in Utrecht had in verband met vele besmettingen een oproep gedaan aan de scholen om het aantal zieken per dag door te geven. Deze oproep kan je zien op de tweede foto. De griep zou ook 'een veel ernstiger karakter' hebbben dan even daarvoor. Lees het artikel eens. Waarom zou het gemeente- en trampersoneel als risicogroep voor de Spaanse groep worden genoemd?
Sluiting van scholen
Op de derde foto zie je een brief van G.W. Kernkamp, de rector magnificus destijds van de Universiteit Utrecht, van 14 november 1918, enkele dagen nadat de wapenstilstand van 11 november was getekend. In deze brief schrijft hij aan het College van Curatoren van de Universiteit, het bestuur van de Universiteit van Utrecht. Zij hadden, net als de GGD het advies gegeven om de universiteit te sluiten uit angst voor een verdere verspreiding van de Spaanse Griep. Kernkamp schrijft echter dat hij advies aan de Faculteit van de Geneeskunde heeft gevraagd; uit dat advies bleek dat zij verdere sluiting niet nodig vonden. Zijn reden zou deels zijn dat studenten elkaar toch wel op zochten, waardoor besmetting van de ziekte gewoon buiten schooltijd om zou plaatsvinden.
De basis- en middelbare scholen moesten op advies van de Gemeentelijke Geneeskundige Dienst in Utrecht hun deuren dus sluiten, als er veel besmettingen plaatsvonden. Op de vierde foto kan je zien welke scholen er allemaal moesten sluiten. Blijkbaar was de angst voor besmetting met de Spaanse griep toch groter, dan rector Kernkamp in eerste instantie dacht. Directeuren van scholen gaven ook zelf aan als ze hun school wilden sluiten, als zij merkten dat er veel besmettingen waren op school. Dat zie je op de vijfde foto.
Advies vanuit de gemeente was het sluiten van klassen en scholen waar veel besmettingen plaatsvonden, maar er was ook advies om verspreiding van de ziekte te voorkomen. Zo moest het 'buitenspeelkwartiertje' worden vervangen door een halfuurtje met leerlingen te wandelen. Tijdens het halfuurtje moesten de ramen en deuren open in de school. Waarom werd dit advies gegeven? Hoe zou dit verspreiding van de Spaanse griep tegengaan?