Op deze foto zie je hoe het dagelijks leven eruitzag in Elisabethdorp. Dit dorp in de Bokkeduinen werd speciaal gebouwd voor de grote aantallen Belgische vluchtelingen tijdens de Eerste Wereldoorlog - het was bestemd voor de opvang van vrouwen en kinderen van geïnterneerde Belgische militairen.
Op de tweede foto zie je dat deze vrouwen ook aan het werk werden gezet; zij moesten namelijk kleding maken voor de vluchtelingen. De Rockefeller Foundation, een Amerikaanse organisatie, had vijfhonderd naaimachines beschikbar gesteld. De naaisters verdienden een gulden per week en een kledingstuk. De breisters verdienden een halve gulden meer. Uiteindelijk was er geen extra kleding meer nodig en werd er geen kleding meer verstrekt aan de vrouwen die de kleding moesten maken; hun lonen werden daardoor wel hoger. Overigens was de productie van deze naai- en breigroepen enorm. Dat moet ook wel: er waren namelijk zo'n 650 naaisters en breisters uit de vluchtoorden actief.