In de Eerste Wereldoorlog bleef Nederland neutraal, maar buurland België niet. Als Duitsland in 1914 België aanvalt, proberen de Belgische soldaten nog weerstand te bieden tegen het Duitse leger. Als dat niet blijkt te lukken, vluchten er heel erg veel Belgische militairen naar Nederland. Gemeente Utrecht interneert de militaire Belgische vluchtelingen in legerkampen, zoals Kamp Zeist of de Juliana Van Stolbergkazerne in Amersfoort. Internering betekent dat de soldaten onder dwang op een bepaalde plek werden gehuisvest. Deze kampen mochten ze dan niet verlaten. De omstandigheden in deze kampen waren vaak slecht.
Een groep Belgische soldaten bij de Van Stolbergkazerne, kan je zien op de eerste foto. Op de tweede foto zie je twee Belgische officieren achter Utrechtse boekbinder J.C. van Es staan; de ene officier is in uniform, de andere in gewone kleding. De twee mannen verbleven bij de boekbinder aan de Nieuwstraat 13 in de Eerste Wereldoorlog. Officieren zijn leidinggevenden in het leger en bekleden dus een hogere positie dan de normale voetsoldaten.
Amersfoort had ook veel Belgische vluchtelingen, te zien op de tekeningen van Jan Hoynck van Papendrecht. Wat zijn de soldaten aan het doen? En wat kan je zeggen over de omstandigheden waarin deze Belgische vluchtelingen verkeerden?
Op de enalaatste foto zie je wat van de adressen in Amersfoort waar Belgische militairen mochten verblijven buiten de legerkampen toen de regels over internering, versoepelde in de loop van de jaren van de oorlog. Zoek een paar van deze adressen eens op Google Maps op. Zie je een verschil tussen de opvang van officieren, een leidinggevende van het leger, en lagere militairen? Op de laatste foto zie je een kaart - Belgische officieren mochten wel buiten Amersfoort komen, maar alleen binnen een bepaald gebied. Deze kaart geeft aan wat dat gebied is. Gewone militairen mochten meestal de kampen helemaal niet uit.